Jaarrekening
Algemeen
De bekostiging van de RPO maakt onderdeel uit van de Mediabegroting. Over 2024 heeft de staatssecretaris voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap voor de bekostiging van de regionale publieke mediadiensten in 2024 een totaalbudget vastgesteld van € 179.810.164, inclusief de consumentenprijsindexvergoeding 2024 van 2,931% als extra tegemoetkoming voor inflatie.
Daarnaast is € 8.538.700 bestemd voor de RPO. Dit bedrag bestaat de reguliere bekostiging voor de RPO van € 2.037.004, naast een bekostigingsdeel van € 5.691.696 als onderdeel van het programma Werk aan Uitvoering. Dit programma is gericht op het verbeteren van dienstverlening en informatievoorziening aan burgers (en ondernemers). De RPO heeft de aanvraag ingericht op twee onderdelen uit het concessiebeleidsprogramma, digitale transformatie en innovatie, met verbindingen naar andere nieuwe activiteiten en thema’s. Het programma kent een looptijd tot en met 2031 en is vanaf 2023 onderdeel van de bekostiging.
Daarnaast heeft het ministerie aanvullend beschikt voor de WaU bekostiging voor een bedrag van €810.000 om zo het tempo van uitgaven van de WaU te laten matchen met het ritme van de bekostiging.
Onderdeel van de bekostiging van de RPO betreft een bijdrage voor de dubbele transmissiekosten van de RPMI’s voor radio, analoog via FM en digitaal via DAB+. Deze bijdrage ziet toe op de periode september 2024 tot en met augustus 2025. In zowel de baten als de lasten is enkel tijdvak 2024 betrokken.
De bekostiging is bestemd voor de uitvoering van de wettelijke activiteiten zoals vermeld in het RPO-activiteitenplan en de begroting 2023. De regionale omroepen dragen bij aan de bekostiging van de RPO voor de uitvoering van de niet-wettelijke taken van de RPO. Dat zijn de activiteiten die in het activiteitenplan zijn beschreven onder bevordering samenwerking tussen de regionale omroepen. Deze bijdrage is vastgesteld op € 338.140.
Eind augustus heeft het ministerie ingestemd met het project Bureau Lokaal. Dit project wordt uitgevoerd door NLPO, RPO en NOS en voorziet in het versterken van de journalistiek door meer samenwerking van lokale, regionale en landelijke publieke omroepen. Het project loopt tot en met 2025 en wordt jaarlijks voorzien van een subsidie. Vanwege de latere start in 2024 en de overlap van activiteiten naar een volgend tijdvak is de subsidie gericht op 2024 verlengd tot en met 2025. Voor 2024 kent de subsidie een bedrag van € 216.441 aan ingezette middelen. RPO is penvoerder bij dit project.
De RPO sluit het boekjaar af met een positief exploitatiesaldo. Een deel van het exploitatiesaldo wordt gereserveerd. Het overtollige deel, boven tien procent van de bedrijfslasten, is opgenomen als schuld aan het ministerie van OCW. Het bekostigingsdeel voor het programma Werk aan Uitvoering is volledig ingezet.
Het exploitatieresultaat bedraagt € 240.895 en is toegevoegd aan de reserve. De jaarrekening van de RPO is in de vergadering van 14 april 2024 vastgesteld door de raad van toezicht. Bijgaande cijfers betreffen een samenvatting van het financieel jaarverslag, waarvoor een goedkeurende verklaring is afgegeven door Flynth Audit BV.
Balans per 31 december 2024
(na resultaatbestemming)
Activa
2024 | 2023 | |
---|---|---|
Vaste activa | ||
Materiële vaste activa: | ||
– Bedrijfsgebouwen en -terreinen | 242.374 | 263.020 |
– Inventaris en inrichting | 42.704 | 53.608 |
– Andere vaste bedrijfsmiddelen | 46.843 | 42.988 |
331.921 | 359.616 | |
Vorderingen | ||
Handelsdebiteuren | 60.600 | 229.350 |
Overige vorderingen | 15.182 | 14.832 |
Overlopende activa | 628.514 | 472.116 |
704.296 | 716.298 | |
Liquide middelen | ||
Bank | 5.159.863 | 3.383.922 |
Totaal activa | 6.196.080 | 4.459.836 |
Passiva
2024 | 2023 | |
---|---|---|
Eigen Vermogen | ||
Reserve voor media-aanbod | 846.271 | 605.375 |
846.271 | 605.375 | |
Voorzieningen | ||
Overige | 5.400 | 5.000 |
5.400 | 5.000 | |
Kortlopende schulden | 436.912 | 559.305 |
Schulden aan leveranciers | 36.970 | 48.795 |
Belastingen en premies sociale verzekeringen | 1.593.681 | 2.211.591 |
Verschuldigd surplus reserve media-aanbod | 2.677.210 | 637.910 |
Overige schulden | 599.636 | 391.860 |
Overlopende passiva | 5.344.409 | 3.849.461 |
Totaal passiva | 6.196.080 | 4.459.836 |
Exploitatierekening volgens categoriale indeling 2024
2024 | 2023 | |
---|---|---|
Baten | 9.008.811 | 8.575.649 |
Personeelslasten | 2.547.694 | 1.370.304 |
Afschrijvingen | 56.052 | 16.305 |
Transmissiekosten DAB+ | 268.798 | 244.450 |
PR en promotie (inclusief in- en externe betrekkingen) | 161.412 | 164.341 |
Huisvestingslasten | 116.568 | 184.844 |
Overige algemene lasten | 5.312.190 | 4.073.510 |
Som der bedrijfslasten | 8.462.714 | 6.053.754 |
Financieel resultaat | 396 | 111 |
Saldo uit gewone bedrijfsuitoefening | 546.493 | 2.522.006 |
Verschuldigd surplus reserve media-aanbod | 305.598 | 2.098.082 |
Exploitatieresultaat na overdracht | 240.895 | 423.924 |

Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling
Algemeen
De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de Regeling financiële verantwoording regionale publieke media-instellingen en de RPO 2024 (Handboek) en de bepalingen bij en krachtens de WNT. Tevens erkennen wij onze verantwoordelijkheid voor de financiële rechtmatigheid van de in de jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties. Dit houdt in dat de totstandkoming van deze bedragen in overeenstemming dient te zijn met de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen bepalingen, zoals vermeld in het Handboek.
De RPO is aangewezen als ZBO en opgenomen in de mediawet. De jaarrekening is opgesteld op basis van de continuïteitsveronderstelling.
Gezien de aard van de organisatie zijn de volgende onderdelen uit het Handboek niet van toepassing op de jaarrekening van de RPO: Model IV. Toelichting op exploitatierekening, Model VI. Toelichting op nevenactiviteiten per cluster, Model VII. Sponsorbijdragen en bijdragen van derden, Model VIII. Bartering- contracten en 2.3.3. Lasten onafhankelijk product. Ook heeft OCW voor de RPO een afwijking van Model II toegestaan. Dit betreft de wijze van verantwoording van de bijdragen van regionale publieke mediainstellingen onder ‘Bijdragen van (overige) derden’. Dit hangt niet samen met programma gebonden eigen bijdragen.
Als onderdeel van de taakstelling van de RPO worden activiteiten gericht op samenwerking en coördinatie verricht. Deze kosten zijn voor risico en rekening van RPO en vormen de basis voor de bijdrage van regionale omroepen (verantwoord onder de baten in de exploitatierekening). In het geval van additionele kosten bij de uitvoering worden voor het aangaan van deze kosten afspraken met regionale omroepen gemaakt. De werkzaamheden worden daarbij uitgevoerd onder verantwoordelijkheid van de regionale omroepen. Deze additionele kosten zijn voor rekening en risico van regionale omroepen. Deze kosten worden verwerkt via de balans. Organisatiekosten worden hier niet bij betrokken, aangezien deze onderdeel zijn van taakstelling.
Activiteiten
Stichting Regionale Publieke Omroep (RPO) is op basis van de Mediawet aangewezen als het samenwerkings- en coördinatieorgaan voor de uitvoering van de publieke mediaopdracht op regionaal niveau. Het inschrijvingsnummer van de Kamer van Koophandel is 66111374.
De mediawet belast de RPO met de volgende taken:
- het bevorderen van samenwerking en coördinatie met het oog op de uitvoering van de publieke mediaopdracht op regionaal niveau;
- mediadienst en de regionale publieke media-instellingen;
- van freelancers, mede in naam van de regionale publieke media-instellingen;
- verspreiding van het media-aanbod en het bevorderen van geïntegreerde financiële verslaglegging en diensten en faciliteiten, waaronder studio’s en distributie-infrastructuren, die nodig zijn voor een goede
- andere taken waarmee zij bij de wet wordt belast. De stichting is statutair gevestigd te Hilversum.
Indien niet anders is vermeld worden de activa en passiva gewaardeerd tegen historische verkrijgingprijs.
Materiële vaste activa
Investeringen in materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen verkrijgings-/vervaardigingsprijs verminderd met de afschrijvingen over deze waarde. RPO hanteert, conform handboek een activeringsgrens van € 2.500 (exclusief BTW), waarbij ook de BTW tot de verkrijgingsprijs wordt gerekend.
Voor afschrijvingen gelden de volgende afschrijvingspercentages.
Materiële vaste activa | duur | percentage |
---|---|---|
Bedrijfsgebouwen en verbouwingen met fundamentele wijzigingen | 40 jaar | 2,5% |
Verbouwingen (geen fundamentele wijziging) | 10 jaar | 10% |
Inventaris en inrichting | 5 jaar | 20% |
Facilitaire apparatuur: | ||
– content gerelateerde hard- en software | 5 jaar | 20% |
– overig | 8 jaar | 12,50% |
Hardware en software | 5 jaar | 20% |
Vervoermiddelen: | ||
– transportmiddelen | 8 jaar | 12,50% |
– overig | 5 jaar | 20% |
Technische installaties | 15 jaar | 6,67% |
Zend- en energie-installaties | 15 jaar | 6,67% |
Voor de investeringen tot en met 2022 gelden de reeds gehanteerde afschrijvingspercentages (van het geldende handboek tot en met 2022).
Vorderingen en overlopende activa
Vorderingen en overlopende activa worden initieel gewaardeerd tegen de reële waarde en vervolgens tegen de geamortiseerde kostprijs eventueel onder aftrek van een voorziening voor oninbaarheid.
Liquide middelen
Liquide middelen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde.
Reserve voor media-aanbod
Exploitatieresultaten dienen na winstbestemming altijd te worden verrekend met de reserve voor media- aanbod, conform het handboek. RPO is vanaf 2021 in staat reserve voor media-aanbod te vormen op basis van de Mediawet (art 2.175 Mediawet). De RMA is begrensd op maximaal 10% van de lasten in het betreffende tijdvak. Het surplus dienst als schuld te worden verantwoord onder Verschuldigd surplus reserve media-aanbod.
Voorzieningen
Overige voorzieningen
Deze voorziening wordt gevormd op grond van de CAO voor het omroeppersoneel en wordt nominaal bepaald. Het betreft een voorziening voor kosten samenhangend met een loopbaantraject voor werknemers. Er wordt uitgegaan van een blijfkans van 100%.
Kortlopende schulden
Deze posten worden initieel gewaardeerd tegen reële waarde en vervolgens tegen de geamortiseerde kostprijs.
Baten
Baten betreffen een subsidie voor 2024 door het ministerie van OCW aan RPO en de vastgestelde bijdragen van Regionale Publieke Media Instellingen aan RPO. Deze bijdragen worden per omroep vastgesteld aan de hand van de gehanteerde percentages in het Mediabesluit 2008. Daarnaast is een projectsubsidie toegekend voor activiteiten met betrekking tot samenwerking tussen lokale en regionale omroepen, Bureaus Lokaal 2024, vanaf 27 augustus Deze subsidie is verlengd tot en met 2025.
Voor de subsidievoorwaarden is aangesloten bij de bepalingen van het handboek.
Een deel van de subsidie 2024 met betrekking tot DAB+ loopt niet evenredig met het tijdvak 2024. Vanwege synchronisatie met de vergunning ziet deze subsidie toe op de periode september tot en met augustus van het volgende tijdvak. Dit is nadrukkelijk de bedoeling van het ministerie.
Lasten
De lasten worden toegerekend aan het verslagjaar waarop zij betrekking hebben. (Voorzienbare) verplichtingen en mogelijke verliezen die hun oorsprong vinden voor het einde van het boekjaar worden in acht genomen indien zij vóór het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden en wordt voldaan aan de voorwaarde voor het opnemen van voorzieningen.
Pensioenen
Reguliere regeling
De (vroeg) pensioenen van de werknemers zijn ondergebracht bij de Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Media PNO. De regeling betreft een middelloonregeling. Uitgangspunt is de verplichting die de onderneming heeft uit hoofde van de pensioentoezegging aan de werknemers. Die bestaat uit het voldoen van de verschuldigde pensioenpremie.
Exploitatieresultaat
Het exploitatieresultaat wordt bepaald door de baten te verminderen met de lasten, voor zover deze zijn toe te rekenen aan het boekjaar, onder aftrek van een mogelijk verschuldigd surplus reserve media- aanbod. Dit surplus is afhankelijk van de hoogte van de reserve voor media-aanbod. Deze mag in principe maximaal 10 procent van de som der bedrijfslasten zijn.
Vergelijkende cijfers
Daar waar dit het inzicht van de gebruiker ten goede komt heeft herrubricering plaatsgevonden.
Financiële instrumenten
Kredietrisico
De RPO handelt met kredietwaardige partijen, deels vanuit het verleden vanuit ROOS en met OCW en regionale omroepen. Voor nieuwe relaties wordt de kredietwaardigheid ingeschat en waar nodig getoetst. Tevens heeft de RPO maatregelen getroffen om de omvang van het kredietrisico bij elke financiële instelling en debiteur te beperken. Bovendien bewaakt de RPO haar vorderingen en hanteert een strikte aanmaningsprocedure. Door de bovenstaande maatregelen is het kredietrisico minimaal.
Liquiditeitsrisico
Periodiek worden analyses over liquiditeit gemaakt. De RPO wordt tijdig bevoorschot en transacties ten behoeve van regionale omroepen worden eveneens tijdig doorbelast. Door tussentijdse monitoring en eventuele bijsturing worden liquiditeitsrisico’s beheerst, hierbij wordt rekening gehouden met beperkte beschikbaarheid van liquide middelen.
